U bent hier: De Dennendal-affaire
Terug naar: W. Arntsz Stichting
Algemeen:

De ontruiming

Afbeelding: Piet Rekman nu -

De ontruiming
Einde van een droom

De reikwijdte van het gevecht dat op Dennendal al die jaren was gevoerd, kan niet beter omschreven worden dan met een citaat van Piet Reckman, voorzitter van het Dennendal-bestuur, over de ontruiming. “Woensdag 3 juli 1974 ‘s morgens om 8 uur werd het sein gegeven voor een strijd die duurt tot onze maatschappij indringend is veranderd, zo ingrijpend dat mensen niet meer geterroriseerd kunnen worden door belangen van de bezitters van kapitaal, produktie- en reproduktiemiddelen, van autoritaire juridische titels en zetels. Op dat moment verschenen de door Drechsel en Hendriks opgetrommelde 120 politiemannen, de stillen inkluis. Met 12 overvalwagens, walkies-talkies, complete draaiboeken, wagens vol afzethekken, waterkanon, rijdende apotheek kwam de politionele uitdrukking van de bestaande macht het terrein van Nieuw Dennendal op en ontruimde paviljoen Lorentz.”

Hoezeer de actievoerders ook geloofden in voortzetting van de strijd, de ontruiming was wel degelijk het einde van een tijdperk. En het is wellicht ook daarom dat deze ontruiming in het geheugen van veel middelbare Nederlanders is blijven hangen. Het was de definitieve nederlaag - na Provo, na de Maagdenhuisbezetting, na de Kabouters - van de zachte maar openlijke revolutie tegen het fantasieloze regentendom. De droom van een andere ‘lieve’ samenleving, die in Dennendal een kleinschalig experiment beleefde, was in de kiem gesmoord. In de jaren erna werd er nog wel gesleuteld aan de verhoudingen maar dat gebeurde veelal in goed overleg volgens de regels van het poldermodel. De ware strijd werd niet meer aangegaan.

Ga naar: Escalatie Het conflictmodel