U bent hier: W. Arntsz Hoeve
Terug naar: Startpagina
Algemeen:

Willem Arntsz Hoeve

Amper een jaar na mijn indiensttreding bleek het allemaal (nog) erstiger dan gevreesd.
De 'onbeheerste' decentralisatie van het bestuursbureau in 1984, zonder adekwate invulling van ondersteunende en controlerende functies binnen de hoofdafdelingen, bleek rampzalige gevolgen te hebben.

[Van Regenten en patiënten, blz. 124]
Door onenigheid tussen het Psycho-Medisch Streekcentrum en Dennendal over de verrekening van de kosten van de algemene diensten op de Hoeve werd de afronding van de jaarrekening jarenlang getraineerd. Hoewel deze verrekening slechts een beperkt onderdeel van de totale stichtingsrekening omvatte, en het bovendien voor het eindtotaal van de stichting budgetneutraal was, werden door dergelijke onderlinge conflicten de werkelijke problemen versluierd. Pas nadat over deze kostenverdeling begin 1987 overeenstemming was bereikt, kon de jaarrekening over 1984 worden afgesloten. Kort daarop bleek echter dat zich inmiddels een financiële catastrofe had voltrokken. De tekorten werden deels veroorzaakt door nieuwe projecten die bijzonder arbeidsintensief waren, maar die niet gedekt werden door extra inkomsten. Tegelijkertijd namen de beschikbare middelen door de invoering van budgetteringsmaatregelen van overheidswege af. De geaccumuleerde tekorten over de jaren vanaf 1984 waren opgelopen tot ongeveer acht miljoen gulden, terwijl bij ongewijzigd beleid over 1987 op een begroting van 45 miljoen gulden een deficit van nog eens zes miljoen te verwachten was.
Het bestuur gaf de directie en de bestuurscommissie van de Hoeve opdracht de tekorten in het lopende jaar fors terug te dringen. Dit werd gerealiseerd door vooral op het middelmanagement stevig te bezuinigen. Het personeel bezette op 2 oktober uit protest tegen deze maatregelen het hoofdgebouw op de Hoeve en eiste dat de reorganisatie werd stopgezet. Het inderhaast opgerichte actiecomité 'Wanbeleid Weg' eiste het onmiddellijke opstappen van de twee directieleden die het vertrouwen van het personeel verloren hadden. Ook het bestuur zegde kort daarop zijn vertrouwen in de bestuurscommissie en de directie van het Psycho-Medisch Streekcentrum op. De bestuurscommissie weigerde enige aansprakelijkheid voor de financiële wanorde te aanvaarden en legde verontwaardigd door het ingrijpen van het stichtingsbestuur, zijn functie neer. Daarop nam het bestuur de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie formeel over. De directie werd op non-actief gesteld en tijdelijk vervangen door het hoofd van het bestuursbureau Hijzen en de organisatieadviseur drs. B. Botman.

[Van Regenten en patiënten, blz. 125]
Onder hun leiding werd een ingrijpende bezuinigingsoperatie doorgevoerd waarbij voor zestig van de zevenhonderd personeelsleden een ontslagaanvraag werd ingediend. Tevens kwam er een verbod op het veelvuldig werken met dure oproepkrachten. Ook in de organisatie van de behandeling werden belangrijke veranderingen aangebracht. Hier werd de invloed van de psychiater, die mede als uitvloeisel van antipsychiatrische denkbeelden geheel uit de leiding was verdrongen, hersteld. Het aantal afdelingen werd teruggebracht van achttien tot acht en naast het hoofd beheer kwam in iedere afdeling een psychiater die leiding gaf aan de behandeling. Ook de directie, waarin Hijzen nu een vaste plaats kreeg, werd met ingang van 1 mei 1989 uitgebreid met een psychiater in de persoon van A.P.J. Höppener, die voordien leiding gaf in een algemeen ziekenhuis.